STAPPENTELLER

STAPPENTELLER

“Je doet het toch voor jezelf!” Verbluft kijk ik in het gezicht van mijn moeder. Natuurlijk, wil ik zeggen, maar ik haper. Want ergens weet ik beter. 
Zojuist ben ik neergeploft op een keukenstoel na een fikse wandeling vanuit ons ouderlijk huis. Ik heb ervan genoten. Het vroege ochtendlicht zet de weilanden met koeien en schapen in een betoverend licht, met het silhouet van de molen weerspiegeld in het kanaal. Hier ben ik opgegroeid, op een boerenbedrijf in een gezin met zes kinderen. De koeien zijn allang weg, de kinderen uitgevlogen maar mijn 86-jarige moeder woont nog steeds op de boerderij. Haar droomplek. Ze is actief, fietst, tennist en doet alles nog zelf. Maar aan stappentellen doet zij niet. Vannacht heb ik bij haar gelogeerd.  
Mijn lijf warm van het stevige wandeltempo open ik in een reflex de gezondheids-app Google Fit op mijn mobiele telefoon. Bijna zevenduizend stappen, blaas ik tevreden uit. Tot mijn oog op het aantal hartpunten valt. Twee?! Met deze afstand en dit tempo? Dát kan niet. Aan de reactie van mijn moeder merk ik dat ik mijn teleurstelling hardop heb uitgesproken. 
“Je doet het toch voor jezelf?”, zegt ze.
Natuurlijk loop ik voor mezelf. Maar toch voel ik me betrapt, want ze legt de vinger op de zere plek. Ik laat me leiden door een stappenteller. Door een check te doen na elke activiteit. Door op de meest idiote momenten de app te checken. Het is een gewoonte geworden. Zelfs bij huishoudelijke taken, terwijl ramen zemen nauwelijks stappen oplevert maar slechts een heldere blik naar buiten. En is dat niet waar het om draait? Dat heldere, gelukzalige gevoel direct na inspanning? Is dat niet het ultieme doel van bewegen in plaats van een systeem dat hartpunten verzint? Dat teleurstelling oproept als de registratie wellicht niet correct is? Deze fitheidsapplicatie levert geen hartpunten maar stress, merk ik en ineens ben ik er klaar mee. Ik wil geen competitie meer met mezelf waarin een stappenteller me dwingt steeds verder en sneller te moeten. Het enige wat ik wil is de voldoening voelen van het moment dat ik vanmorgen op die keukenstoel plofte. En met een zucht van opluchting verwijder ik demonstratief de app van mijn telefoon. 
“Ja, vanaf nu loop ik alleen nog voor mezelf”, lach ik. 
Mijn moeder. Zij is veel meer bij de tijd dan ik. Levenslust is niet in stappen of hartpunten te tellen.  


14 april 2022: publicatie Te Gast, Leeuwarder Courant

nb. Bij het afscheid van mijn moeder in augustus 2021 heb ik beloofd dit verhaal over ons, waarvan ik al inschatte dat het de verhalenwedstrijd waarvoor ik het had ingestuurd niet zou winnen, te delen. Met de publicatie in de Leeuwarder Courant heb ik mijn belofte gestand kunnen doen. Het speelde op de vroege ochtend, de dag na haar 86e verjaardag op 23 juni 2021. Haar laatste, maar dat wisten we toen nog niet.

Share by: